JANUARI 2017

 


JANUARI 2017

 

Update grafveld Koksijde
Het grafveld dat onlangs in Koksijde werd ontdekt, is de voorbije weken verder onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat het grafveld stamt uit de laat-Merovingisch periode (late 7de / 8ste eeuw na Chr.). Naast het grafveld zijn ook sporen van een of meerdere gebouwen tevoorschijn gekomen. De vondst van een Merovingische constructie is in Vlaanderen erg uitzonderlijk. De vondsten kunnen dus erg belangrijk zijn om de vroegmiddeleeuwse geschiedenis van de kustvlakte beter te begrijpen. 
Lees verder:  https://www.onroerenderfgoed.be

2.700 jaar oud standbeeld van godin gevonden voor Turkse kust
In een scheepswrak voor de Turkse kust is een 2.700 jaar oud aardewerken beeld gevonden van een godin. Het is naar verluidt het grootste beeld dat ooit in Turkse wateren is aangetroffen. Onderzoekers van de Dokuz Eylül-universiteit deden de vondst op 43 meter diepte, meldt de Turkse krant Hürriyet. Het betreft alleen de onderste helft van het beeld, dat vermoedelijk een Cypriotische godin voorstelt. Verder werden ook aardewerken borden en kruiken gevonden. “We weten dat zulke standbeelden bestonden uit twee delen”, zei professor Harun Özdas, die de opgraving in november vorig jaar leidde. “Daarom denken we dat de bovenste helft op dezelfde plek te vinden is.”
Lees verder: https://www.nu.nl

Stenen tong
In Northamptonshire (UK) hebben archeologen een skelet van een man gevonden, wiens tong was geamputeerd en vervangen door een platte stenen wig. De man was met zijn gezicht naar beneden begraven. Archeologen denken dat dit is gebeurd omdat men bang was dat hij anders mensen weer zou bedreigen. Het graf van de man dateert uit de 3e of 4e eeuw. 
Lees verder:  https://www.theguardian.com

Standbeeld uit de derde eeuw
In de Griekse media is te lezen dat door de recente zware regenval in Ierapetra op Ketra een standbeeld uit de derde eeuw tevoorschijn is gekomen. Het gaat om een marmeren beeld van een Romeinse vrouw. De archeologische dienst meent dat het standbeeld uit de derde eeuw dateert en dat het enorm mooi is en van grote artistieke waarde. Waarschijnlijk heeft het gediend als decoratie in een villa of tombe. 
Lees verder: http://www.tornosnews.gr
Foto: http://www.tornosnews.gr

Middeleeuws grafveld
In Koksijde (België) is op de plaats waar het nieuwe politiegebouw moet komen, een grafveld gevonden dat wellicht dateert uit de middeleeuwen. Het veld behoorde waarschijnlijk toe aan de historische Duinenabdij. De Duinenabdij in Koksijde blijft maar geheimen prijsgeven. De voorbije weken zijn op een werf in de buurt menselijke resten aangetroffen. Nieuwe opgravingen onder toezicht van het Agentschap Onroerend Erfgoed deze week geven aan dat het wellicht gaat om middeleeuwse grafcontexten. Dankzij een schilderij van Pieter Pourbus was het al geweten dat op die site de middeleeuwse warande van de Duinenabdij lag, maar er was geen weet van een grafveld.
Lees verder: https://nieuws.vtm.be

3000 jaar oude sporen gevonden op de Lemelerberg
Op de flank van de Lemelerberg heeft de amateurarcheoloog Bert Terlouw uit Raalte mogelijke sporen van zeer oude bewoning gevonden. Terlouw ontdekte sporen van een raatakker en twee grafheuvels. Deze sporen dateert hij in de Late Bronstijd of het begin van de IJzertijd.
De vondst bestaat uit een grote en een kleine grafheuvel en een raatakker,  ook wel celtic field genoemd.  De raatakker heeft zijn naam te danken aan de raatvormige structuur van de percelen. Op een van de raten stond bewoning die als deze versleten was op een andere akker gebouwd werd. Deze manier van boeren met dit type akker komt vooral voor in Noordwest- Europa.
Lees verder: https://m.rtvoost.nl

3.400 jaar oude tombes
Een team van archeologen heeft in Gebel el-Silsila (Egypte) twaalf tombes opgegraven. De tombes zijn ongeveer 3.400 jaar oud en bevatten de overblijfselen van verschillende mensen. gevonden in Egypte. Bij de ingang van een van de bombes zijn de overblijfselen van een krokodil gevonden. Verder zijn er overblijfselen gevonden van schapen en geiten en diverse voorwerpen waaronder juwelen, amuletten en sarcofagen.

Lees verder:  http://english.ahram.org.eg

1500 jaar oude nederzetting
Archeologen hebben in Cambridge een rijkdom aan Romeinse en Angelsaksische voorwerpen gevonden, zoals een klauwbeker. Uit de opgravingen blijkt dat er een nederzetting is geweest die teruggaat tot de Romeinse tijd. Verder zijn er kostbare sieraden gevonden, waaronder broches, gekleurde glazen en amber kralen, ringen en haarspelden uit de 6e eeuw.  Tevens allerlei gereedschappen en wapens.
Lees verder: http://www.sci-news.com

Op zoek naar een 7000 jaar oude cultuur
In de grond van bedrijvenpark Het Klooster in Nieuwegein zoeken archeologen naar overblijfselen van de 7000 jaar oude Swifterbantcultuur. De gemeente wil de kosten van de opgraving geheimhouden. RTV Utrecht kreeg een tip over de opgraving. De anonieme tipgever vreest dat zonder media-aandacht de kostbare vondsten letterlijk onder een nieuw bedrijfspand zouden verdwijnen. 
Lees verder met video: https://www.rtvutrecht.nl

Duizenden jampotten
Onder een voormalige nachtclub zijn zo’n 13.000 Victoraanse jampotten gevonden. De grond onder de nachtclub heeft vroeger dienst gedaan als dumplaats van Crosse & Blackwell, die tot 1921 een grote fabriek op die plaats hadden. 
Lees verder: https://www.bbc.com
Foto: https://www.bbc.com

Skeletten
In het noorden van Irak hebben archeologen 2.400 jaar oude skeletten van tenminste zes personen aangetroffen in een tombe. In de tombe werden ook diverse voorwerpen gevonden, waaronder een gedecoreerde armband met twee slangenkoppen die elkaar aanstaren. De tombe is waarschijnlijk gebouwd aan het eind van de Achaemenid periode (550 tot 330 v.Chr.).
Lees verder: https://www.livescience.com

900 jaar oude muurschilderingen
In een tombe in Noord China hebben archeologen muurschilderingen gevonden die 900 jaar oud blijken te zijn. De tombe dateert uit de Jin Dynastie (1115 – 1234). Ze zijn zeer kleurrijk op een witte achtergrond. Er staan voornamelijk florale motieven, dieren en wolken op.
Lees verder: http://www.ecns.cn

7000 jaar oude hand- en voetafdrukken
In Tibet is een verzameling van 19 hand- en voetafdrukken gevonden op een berg vlakbij de hoofdstad Lhasa. De afdrukken zitten in kalksteen. De onderzoekers menen dat de hand- en voetafdrukken tussen de 7.400 en 12.700 jaar oud zijn. 
Lees verder: https://blogs.wsj.com

Romeinse steiger
Het lage water in de Maas door de kapotte stuw in Grave zorgt voor een historische verrassing in Cuijk. Door de waterstand steekt er net een rij palen boven water, die hoort bij een Romeinse aanlegsteiger.  “Dat die aanlegsteiger er lag, was al wel bekend”, zegt Ton van der Zanden van de werkgroep archeologie in Cuijk. In 2013 is er zelfs nog onderzoek onder water naar gedaan. 
Lees verder: http://www.omroepbrabant.nl

5000 jaar oude schildering
In een grot in de Egyptische Sahara is op het plafond één van de oudste schilderingen ooit gevonden. Op de afbeelding zijn een baby, zijn ouders, twee dieren en een ster te zien. De afbeelding is zo’n 5000 jaar oud. De schildering heeft flink wat overeenkomsten met het kerstverhaal. De vondst werd in 2005 gedaan, maar de resultaten van het onderzoek zijn nu eerst vrijgegeven. 
Lees verder: https://www.seeker.com

 


 

GOUDEN EN ZILVEREN BELONINGSPENNINGEN VAN BERGEN OP ZOOM VAN HET TYPE V.LOON II 151.1-3

 


 

GOUDEN EN ZILVEREN BELONINGSPENNINGEN VAN
BERGEN OP ZOOM VAN HET TYPE V.LOON II 151.1-3

 

In eerste instantie was het de bedoeling dat de penningen ter waarde van 40 guldens werden gegeven aan de leden van de magistraat, de gouverneur van Bergen op Zoom, de vertegenwoordigers van de Generaliteitscolleges en de Eerste Edele, aan drie ingenieurs en drie predikanten. De stukken ter waarde van 2 dubbele dukaten werden gedistribueerd onder de leden van de buitenraad en de raadslieden. Na het vervaardigen van de benodigde penningen zouden de stempels worden vernietigd, zodat er niet meer penningen gemaakt konden worden. Dit voornemen werd echter niet opgevolgd, omdat er in 1623 nog penningen zijn uitgereikt aan diverse kolonels, de pensionaris van Holland en de thesaurier van de Staten-Generaal.

Op 18-4-1623  werd besloten gouden penningen uit te reiken aan de kapiteins van de gewapende burgerij (aantal is onbekend) en zilveren penningen aan de luitenants. Ook na deze datum zijn nog vele penningen gedistribueerd. 

In 1624, nadat nagenoeg iedereen die zich gedurende de belegering in militair of bestuurlijk opzicht had onderscheiden een beloningspenning had ontvangen, bleef het stadsbestuur gouden penningen uitdelen. De beloningspenning die betrekking had op het beleg van 1622 ontwikkelde zich tot een algemene penning ter beloning van verdiensten jegens de stad. Vanuit dat oogpunt zijn penningen uitgereikt aan onder andere predikant Bruinvis (1635), Professoren Swerius en Boxhorn (1639), de Drossaard van Brochum (1645), de raden van de markies van Bergen op Zoom (1649), van Van Hogendorp (1688) en Schuylenburg (1692) de raad en griffier van Willem III en de drie raden van Brabant (1721), Markies Johan Christian van Palts-Sulzbach (1725).  Ook de predikanten Johannes Aelstius en Jacob Baselius kregen in resp. 1656 en 1657 een gouden penning ter ere van gepubliceerde boeken. De belangrijkste, en op den duur slechts de enige, reden om een gouden penning te schenken was de komst van vertegenwoordigers van de Raad van State. 

Bijna 140 jaar lang schonk de stad Bergen op Zoom gouden beloningspenningen.

Er zijn hierin vier hoofdtypes te onderscheiden.

Type 1 (1622-1623)

Type 1 betreft een ruitvormige penning (v.Loon II 151-3) met op de voorzijde een ongekroond wapenschild, door twee wildemannen aan linten gedragen.  De keerzijde toont de generaliteitsleeuw met pijlenbundel waarbij de pijlpunten naar beneden wijzen. Het zwaard van de leeuw doorsnijdt de binnencirkel tussen het roosje en de letter A van AVXILIIS.

Gouden penningen van dit type zijn nog niet aangetroffen. Wel is een portret bekend van een anderhalf jaar oud meisje, geschilderd door Davidt Finson. Om haar nek draagt zij een bloedkoralen collier met daaraan een ruitvormige gouden penning van Bergen op Zoom. Zilveren exemplaren bevinden zich in diverse museumcollecties in Nederland. 

Mogelijk moet type 1 onderverdeeld worden in type 1a, type 1b en type 1c

 Type 1a wordt dan vertegenwoordigd door de vierkante, vroegste penning uit 1622.

Zilveren beloningspenning van Bergen op Zoom, type 1a, diameter beeltenis: 31 mm (Collectie Geldmuseum Utrecht)

Type 1b betreft een ronde penning geslagen met dezelfde stempels als die voor de vierkante penningen zijn gebruikt. Mogelijk gaat het hier om de penningen in goud en zilver die in 1623 zijn geslagen om uit te reiken aan de kapiteins (goud) en luitenants (zilver) van de gewapende burgerij.

Zilveren beloningspenning Bergen op Zoom, type 1b, diameter: 31 mm (Collectie Auteur)

 

Type 1c betreft een, zeer lichte, zilveren penning welke is geslagen met dezelfde stempels als bovenstaande types.

Hij is vervaardigd uit twee zeer dunne, afzonderlijk geslagen, plaatjes die later aan elkaar zijn gesoldeerd. Een dergelijk exemplaar is verkocht bij Schulman, veiling 327 – kavel 356. Het Markiezenhof te Bergen op Zoom bezit 1 helft (leeuw) van deze penning (inventarisnummer 8129)

Zilveren beloningspenning Bergen op Zoom op twee dunne plaatjes, type 1c, diameter: 31 mm (Particuliere Collectie – foto Schulman)

 

Type 2 (1624?-1686?)

Type 2 betreft een ronde penning met een ongekroond wapenschild (v.Loon II 151-2). Het voorzijde ontwerp is vrijwel gelijk aan dat van type 1. Het zwaard van de leeuw op de keerzijde doorsnijdt de binnencirkel tussen het de letters V en X van AVXILIIS. 

Gouden beloningspenning van Bergen op Zoom, type 2, diameter: 44 mm (Particuliere Collectie – foto MPO)

In de collectie van het Rijksmuseum bevindt zich een exemplaar met een diameter van 43 mm en een massa van 30,25 gram. In de collectie van museum Paleis het Loo bevindt zich een exemplaar met een diameter van 44,5 mm en een massa van 37,43 gram. Ook in de collectie van Het Markiezenhof te Bergen op Zoom bevindt zich een exemplaar van het 2e type.

De penningen van het 1e type betreffen vermoedelijk de originele emissies van 15-10-1622. Penningen van het 2e type zijn waarschijnlijk geslagen vanaf 1623, doorlopend tot het einde van de 17e eeuw. Over de precieze aantallen van de vervaardigde penningen tast men in het duister omdat de stadsrekeningen van de jaren 20 en 30 van de 17e eeuw vrijwel allemaal ontbreken. Wel is duidelijk dat er in de periode tussen 1638 en 1686 totaal 63 penningen worden vermeld in de stadsrekeningen, waarbij betaling plaatsvond aan lokale zilver- en goudsmeden die verantwoordelijk waren voor de productie van de penningen. Het is bekend dat de stempels voor de penningen werden gesneden door Willem Bylaer, ijzersnijder aan de Munt van Holland. Maar of de penningen ook te Dordrecht werden vervaardigd, óf dat dit ook in Bergen op Zoom gebeurde, is niet bekend. Al wijzen de betalingen aan lokale zilver- en goudsmeden wel in die richting. We weten wel dat in de jaren 1670 de mechanisatie van de Munt te Dordrecht plaatsvond, waarbij overgegaan werd van de handslag op de machinale schroefpers. Mogelijk werden penningen van het 2e type echter nog tot 1686 in Bergen op Zoom zelf vervaardigd. De stadsrekening van 1687 ontbreekt, maar vanaf 1688 vinden de betalingen voor de gouden penningen plaats aan de muntmeester te Dordrecht. 

Een zekere ‘terminus ante quem’ vormt het jaar 1691. Uit de gedetailleerde beschrijvingen in het reisjournaal van Beelaerts blijkt namelijk dat de Drossaard van Bergen op Zoom in 1691 een penning schonk met daarop een wapenschild dat voorzien was van een “prince-croon”. Het gaat hierbij dus om het nieuwe, 3e type. 

Type 3 (1688-1723)

Bij het 3e type wordt het wapenschild niet meer aan een lint gedragen, maar wordt het door de wildemannen geflankeerd. Tevens zien we bij dit type voor het eerst het wapenschild afgebeeld met een kroon. Ook is de pijlenbundel van de generaliteitsleeuw vanaf dat moment naar boven gericht. Het jaartal 1622 staat midden boven de kling van het zwaard.

 

Zilveren belongingspenning van Bergen op Zoom, type 3, Diameter: 46 mm (Collectie auteur)

Het 3e type stadspenning bleef ongewijzigd in gebruik totdat er in 1723 nieuwe stempels werden gesneden.  De stadsrekening vermeldt echter niet of het hier om het voorzijde- of het keerzijdestempel gaat. Desalniettemin ben ik van mening dat het in 1723 het voorzijdestempel betrof.

Gerard van Loon toont namelijk in zijn Beschryving der Nederlandsche Historiepenningen uit 1726 reeds een wapenschild met daaronder de “krullen” zoals op type 4. Wanneer deze zijde pas in 1740 zou zijn vervangen, kon van Loon deze niet hebben afgebeeld. 17 jaar later, in 1740, werd ook het stempel van de zijde met de leeuw vervangen. Blijkbaar werden tussen 1723 en 1740 penningen geslagen waarin één oud en één nieuw stempel werden gecombineerd.

Van het 3e type bestaan zowel gouden als zilveren afslagen.

 

Type 4 (1723-1752)

Het 4e type (v.Loon II 151-1) verschilt slechts in kleine details van type 3. De duidelijkste wijziging zijn de “krullen” onder het stadswapen. Ook is de uitvoering van de kroon iets gewijzigd. Het lettertype van het jaartal is veranderd en is de positie ten opzichte van het zwaard van het midden van de kling verschoven naar de punt. Ook de Bergen in het stadswapen zijn anders van vorm.

Gouden beloningspenning van Bergen op Zoom, type 4, diameter: 46,5 mm (Collectie Kanselarijmuseum)

Van het 4e type bestaan zowel gouden als zilveren afslagen. Totaal zijn slechts 23 penningen van dit laatste type uitgereikt.

Alexander van der Kallen

Bergen op Zoom, 17 maart 2018

 

Literatuur 

Loon, G. van, 1726, Beschryving der Nederlandsche Historiepenningen deel 2, Den Haag

Snoeck, M.W., 1926, Penningen en munten betreffende Bergen op Zoom,

Vlieghe, H., Sanders, G.P., e.a., 2008: Ambrogio Spinola 1622, Bergen op Zoom

 

BIJLAGE 1:          VERMELDINGEN VAN DE UITREIKING VAN BELONINGSPENNINGEN IN DE RAADSNOTULEN IN DE PERIODE 1622-1691

Uit de notulen van de raadsvergaderingen tussen 1622 en 1691 blijkt dat diverse malen gouden beloningspenningen zijn toegekend.

In de besluiten van 15-10-1622 staat dat: 

De heeren van den magistraat n.l. Dr Pachasias Turcq (burgemeester buiten der Bancke), Mr. Jan de Bergaigne (burgemeester binnen der Bancke) en de schepenen van den buitenraad Cornelis Adamsz Bollaert, Jacques van Heusden, Franchois Vroetschap, Johan Joachims, Carel Carelsen Schuler, Mr. Jan Anthony de Rouck, Jacob Israels Turcq en de secretaris Danckaert Basijn elk een gouden penning kregen ter waarde van 40 gulden.
(Totaal: 10) 

De gecommitteerde heeren Staten n.l. Nicolaas Woutersz van der Meer (Burgemeester van Haarlem en lid van de Staten Generaal), Rutger Huijgen (Burgemeester van Arnhem en lid van den Raad van State), Adriaen Manmaker (representerende den eerste edele van Zeeland), Mr. Johan Huysen van Cattendyck (van wege de stad Goes, gecommitteerd Raad van de Staten en de Admiraliteit van Zeeland), Clemens Baerdorp (van den Raad van Sate), Geeraert Clemenszoon van Teylingen (Lid der gecommitteerde raden van Holland), Steven Tenijs (van wege Middelburg, gecommiteerd raad van de Staten en de admiraliteit van Zeeland) en Mr. Jacob Campe (van wege Vere, gecommiteerd in de Staten en de admiraliteit van Zeeland), benevens de gouverneur Louis de le Kethule en de ingenieurs David van Orliens, Capt. Omkees en Capt. Clarke kregen eveneens elk een gouden penning ter waarde van 40 gulden. 
(Totaal: 12)  

De leden van de buitenraedt en de raetsluyden zijnde Willem Adamsz Bollaert, Marcus Mertensen, Jacques Antheunissen, Jan Mathieu, Hendrik Hovemeis, Bastiaan Denyssen, Cornelis van der Moelen, Gillis Rubbens, Willem Houck, Hendrick de Roovere, Jan Machielse, Rentmeester David van Oosten en Mr. Abraham Buijdens (leden van de buitenraedt). Jasper Thomas, Medu Gillesen, Pieter Franssen van Ferney, Franchois de Pot, Hans van Dalem, Anthony Jaspers en Jan Claessen (raetsluyden) kregen elk een gouden penning ter waarde van 2 dubbele dukaten. 
(Totaal: 20)

Drie predikanten, Dr. Lambertus de Rijcke, Nathan Vaijns en Mr. Job Durieu en de Commies Schilperoort kregen elk eveneens een gouden penning ter waarde van 2 dubbele dukaten. Tevens werden vier van dergelijke penningen ter dispositie van den magistraat gegeven. 
(Totaal: 8) 

Op 10-1-1623 werd alsnog besloten om “den gouden penning ter memorie van de ontlegering der stad” te distribueren aan Jonckheer Willem van Nassau, de Raadsheren Vermeulen, Huyghens, Teylingen, Duyck en de Bye, Alsook aan de kolonels Morgan, Famars en Lokeren. De waarde van deze penning staat niet in het raadsbesluit beschreven! 
(Totaal: 9) 

Op 21-3-1623 viel er wederom een raadsbesluit de Raadsheer van Baersdorp en de commiezen Verhaer en Schade een gouden penning toe te bedelen. De agent Ruysch, de advocaatvan der Houve en Burgemeester Tersslyn van Dordrecht kregen elk een gouden penning ter waarde van 2 dubbele dukaten.
(Totaal: 6)

Later schijnen deze penningen nog meermalen te zijn uitgereikt. Zo werd op 6-1-1624 besloten om Jacob Vleugels, die een komedie had geschreven ter ere van het ontzet van Bergen op Zoom, te belonen met een gouden penning ter waarde van 25 gulden.

Op 27-10-1625 viel wederom een besluit tot uitreiking van een gouden penning ter waarde van 2 dubbele dukaten. Deze maal werd deze toegekend aan Jacques Heckaert, majoor van het garnizoen, voor zijn extra ordinarisse diensten ten tijde van het beleg.

Op 25-2-1634 werd besloten om eenzelfde gouden penning ter waarde van 2 dubbele dukaten uit te reiken aan Heer Broucqsaulx, Commandeur op St. Anna bij Lillo, voor goede diensten bewezen aan de Stad.

Uit een journaal van een reis door Holland, Zeeland, Brabant en Vlaanderen door Mr. Matthys Beelaerts blijkt dat Mr. Beelaerts (oud burgemeester van Dordrecht) en Mauritius Scheltinga (grietman (rechter) van Lemsterland) op 12-3-1691 door de drossaard van Bergen op Zoom een gouden penning zijn geschonken ter waarde van 42 gulden.
(Totaal: 5) 

De hierboven genoemde aantallen betreffen slechts een kleine greep uit de daadwerkelijk uitgedeelde penningen!