AUGUSTUS 2013

 


 

AUGUSTUS 2013

 

Frigidarium
In Bourgas (Bulgarije) hebben archeologen een Romeins frigidarium gevonden. Een frigidarium is een koude (koele) ruimte in een Romeinse thermen. Meestal met groot koud bad, dat genomen kon worden na een warm bad. De warmte van het caldarium, maar ook het tepidarium of sudatorium (laconicum), opent de poriën van de huid. Het koude water in het frigidarium sluit de poriën. Te vergelijken met onze hedendaagse sauna. Het frigidarium werd gevonden op een diepte van 4,6 meter, heeft een lengte van 6,8 meter en is 6,4 meter breed en heeft een stenen vloer. 
Lees verder: https://sofiaglobe.com

Resten oude wijk
Bij een archeologische opgraving op de Tolstraat in Meerkerk hebben archeologen een dorpswijk uit de zeventiende eeuw blootgelegd. De sloop van de bestaande bebouwing leidde tot een ontdekking die ook bijzonder opmerkelijk was. Bij de voorbereiding van de bouw werd aangenomen dat de resten van de oude bebouwing hier volledig verloren waren gegaan toen de nieuwbouw in de tweede helft van de twintigste eeuw werd gerealiseerd. Maar niet was minder waar. De huisplattegronden en de bijbehorende erven van de oude bebouwing bleken nog vrijwel volledig intact aanwezig te zijn. 
Lees verder: https://www.deweekkrant.nl

Vrouwenbeeldje
Archeologen hebben in Silezië (Polen) een voor Polen uniek vrouwenbeeldje gevonden uit de vierde eeuw v.Chr. Het is een bijzondere vondst, omdat tot nu toe er enkel een paar kleine fragmenten van soortgelijke beeldjes in Polen zijn gevonden. 
Lees verder: https://www.naukawpolsce.pap.pl

Ottomaans schip met Hollandse lading ontdekt
Zee-archeologen hebben voor de kust van de Turkse badplaats Urla een 17e-eeuws Ottomaans koopvaardijschip met een kostbare Nederlandse lading gevonden. Zowel het schip als de inhoud zal worden opgedoken en tentoongesteld, meldt de Turkse krant Hurriyet. Het schip vervoerde borden uit Nederland toen het bij de West-Turkse provincie Izmir naar de zeebodem verdween. Gespecialiseerde bergingsbedrijven kunnen een bod doen op het recht om de boot en de lading weer boven water te krijgen.
Lees verder: https://www.nu.nl

Gifring
archeologie boz gifring sofiaIn de buurt van Kavarna aan de kust van de Zwarte Zee (Bulgarije) hebben archeologen een gifring gevonden. Het is de eerste keer dat een dergelijke vondst is gedaan in Bulgarije. De ring is van brons en boven op de ring bevindt zich een versiering die hol is van binnen. Hier kon het gif in worden verstopt. Aan de zijkant van de ring zit een gaatje waardoor het gif vervolgens gemakkelijk en ongezien in een beker kon worden gegoten. De ring werd meestal gedragen aan de pink van de rechterhand, omdat het gat zo was gemaakt dat hij werd bedekt door de ringvinger.
Lees verder: https://sofiaglobe.com

Hoofdkwartier WIC gevonden in Enkhuizen
Archeologen hebben de afgelopen weken in Enkhuizen de funderingen van het Enkhuizer hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie (WIC) gevonden. De vondst werd gedaan aan de Paktuinen. Dat zich hier eeuwen geleden het hoofdkwartier was gevestigd was bekend, maar niet duidelijk was of er nog resten te vinden zouden zijn. De funderingen van het hoofdkwartier uit 1639, de bijgebouwen en pakhuizen blijken nog redelijk gaaf te zijn. Behalve resten van baksteen gebouwen, zijn ook veel overblijfselen uit de Gouden Eeuw teruggevonden. Deze duiden op het internationale handels-, maritieme- en militaire karakter van de Enkhuizen in haar glorietijd. Onder de vondsten bevindt zich keramiek en munten uit alle windstreken, maar ook onderdelen van schepen waarmee delen van de huizen zijn gebouwd.
Lees verder: https://www.oneindignoordholland.nl

Sporen uit de steentijd in de Vlaamse kustvlakte 
Bij archeologisch onderzoek op het geplande tracé van de snelweg A11 hebben archeologen van Raakvlak in Dudzele (België) sporen uit de prehistorie en de Romeinse tijd aangetroffen op een oude zandrug. Tot voor kort was men van mening dat er in de Vlaamse kustpolders nauwelijks prehistorische resten aanwezig, of in elk geval niet bewaard waren. Het is de eerste keer dat dergelijke resten systematisch opgegraven worden. 
Lees verder: https://www.archeonet.be

Fort
In de buurt van Ashdod (Israël) heeft een archeologisch team de restanten gevonden van een fortificatie uit de 8ste eeuw v.Chr. Tevens zijn er munten, gewichten en delen van gebouwen gevonden uit de Hellenistische periode (323 – 146 v.Chr). 
Lees verder: https://www.jewishpress.com

Eeuwen oude speelstenen 
In een grafheuvel in Basur Höyük (Turkije) hebben archeologen negenenveertig speelstenen gevonden, die vermoedelijk onderdeel zijn van een bordspel. De stenen zijn in verschillende vormen en zijn geschilderd in groen, rood, blauw, zwart en wit en hebben afbeeldingen van varkens, honden en piramides. 
Lees verder: https://news.discovery.com en https://www.nu.nl

Spectaculaire afbeelding
archeologie boz maya friesIn Guatemala hebben archeologen een spectaculaire afbeelding gevonden. De acht meter lange afbeelding, een zogenoemd fries, is gemaakt door de Maya’s en laat drie personen zien die veren dragen en op monsters zitten. De voorstelling is een onderdeel van een tempel die rond het jaar 600 is gebouwd. De afbeelding is twee meter hoog en er staan ook dertig hiëroglyfen op die vertellen dat de tempel is gebouwd in opdracht van Koning Ajwosaj.
Lees verder: https://www.guatemala.gob.gt en https://www.nu.nl

8000 jaar oud beeldje
In Izmir (Turkije) is het hoofd gevonden van een 8000 jaar oud beeldje van een godin. Het slechts 4 cm groot hoofd is een belangrijke vondst. Er is nooit eerder een dergelijke vondst gedaan in Turkije. 
Lees verder: https://www.hurriyetdailynews.com

Jongen vindt Egyptische mummie in huis oma
Een tien jarige Duitse jongen heeft waarschijnlijk in het huis van zijn oma in Nedersaksen een Egyptische mummie gevonden. De mummie ligt in een sarcofaag met hiëroglyfen. Ook vond hij een dodenmasker en een pot waar de Egyptenaren de ingewanden van een overleden persoon in bewaarden. Het Egyptische Ministerie voor Antiquiteiten heeft reeds verklaard dat zal onderzocht worden of de voorwerpen Egypte legaal hebben verlaten en of ze geregistreerd staan. Mocht dit niet het geval zijn dan wil Egypte de mummie terug. 
Lees verder: https://www.egyptindependent.com

Tombe Moche priesteres
In San José de Moro (Peru) is een tombe gevonden van een prominente Moche vrouw. Rond het jaar 750 is deze vrouw begraven in een grote kamer ongeveer 6 meter diep. De aarden muren van haar tombe waren rood geschilderd. Samen met haar waren twee volwassenen en vijf kinderen begraven, waarschijnlijk geofferd.
Lees verder: https://news.nationalgeographic.com

Scheepswrak Dronten
Op een akker aan de Hanzeweg in Dronten is maandag het opgraven van een scheepswrak uit de achttiende eeuw van start gegaan. Het schip dat wordt opgegraven stamt uit de achttiende eeuw. Het vrachtschip van een onbekend type is ongeveer zestien meter lang en 4,5 meter breed. Het had een lading leisteen aan boord. Het wrak is in 1959 ontdekt en in 1985 al eens nader onderzocht. Bij die gelegenheid werden toen al munten, een zilveren horloge en een horlogeketting gevonden.
Lees verder: https://www.destentor.nl

Kruisvaardersziekenhuis
In Jeruzalem (Israël) is een ziekenhuis uit de kruisvaardersperiode (1099 – 1291) ontdekt en dit wordt door de eigenaar thans aan het publiek getoond. Tot een tiental jaren geleden werd het gebouw gebruikt als een groente- en fruitmarkt, daarna stond het er verlaten bij totdat de Grand Bazaar Company besloot om het te renoveren en er een restaurant in te vestigen. Vervolgens bemoeide zich de Israelisch Antiquiteiten Organisatie zich ermee en kwam men tot de ontdekking dat het hier ging om een ziekenhuis.
Lees verder: https://www.jewishpress.com

Graf 1ste eeuw
In Sliven in het zuidoosten van Bulgarije is een graf gevonden uit de eerste eeuw met rijke grafgiften. De belangrijkste vondst is een 15 cm lange bronzen amfoor met twee gedecoreerde handsvaten. Een andere waardevolle vondst is een bronzen patera.
Lees verder: https://www.standartnews.com

Bijzonder schild
archeologie boz schildMidden in een afgesloten deel van een tempel hebben archeologen een bijzonder schild gevonden, dat dateert uit de periode rond het jaar 700. Het schild is gemaakt door de Moche beschaving. Het schild is ongeveer 25 cm in doorsnee. het oppervlak is bedekt met rode en bruine textiel en een dozijn gele veren. 
Lees verder: https://www.livescience.com

Overblijfselen hallen uit prehistorie 
In Herefordshire (UK) hebben archeologen de overblijfselen gevonden van twee houten hallen. De hallen zijn vermoedelijk bijna 6.000 jaar geleden gebouwd. De vondst is uniek voor Engeland. De hallen waren zeventig en dertig meter lang en opzettelijk verbrand en begraven op grafheuvels. 
Lees verder: https://www.pasthorizonspr.com

 


 

62 GRADEN NOORDERBREEDTE, DEEL 1

 


 

62 GRADEN NOORDERBREEDTE, DEEL 1

Na vorig jaar naar Egypte te zijn geweest, leek het mijn vader en mij wel leuk om dit jaar weer eens met zijn tweeën op vakantie te gaan. Ons avontuur in IJsland van twee jaar geleden was ons goed bevallen. En om een beetje in de sfeer van de Scandinavische eilanden te blijven hebben we ervoor gekozen om een bezoek te brengen aan de Faroer Eilanden.

De eilanden vallen onder de Deense kroon, maar hebben sinds 1948 een eigen parlement en vlag, en onder die vlag geven zij ook hun eigen postzegels en papiergeld uit.
De eilandengroep bestaat uit 18 eilanden, die op een enkele rots na, nagenoeg allemaal bewoond zijn, gelegen op ongeveer 1600 kilometer van de kust van Denemarken en op ongeveer 400 kilometer ten zuiden van IJsland. De eilanden zijn vermoedelijk voor het eerste bewoond door Ierse monniken. Hoewel geleerden het er nog niet over eens zijn, was het de Ierse abt St Brendan die vermoedelijk als eerste voet op Faroerese bodem ergens tussen 560 en 567 zette.
Volgens de overering deed Brendan tijdens één van zijn reizen op zoek naar het Beloofde Heilige Land, het “eiland van schapen en het paradijs van vogels” aan. De eilanden waren gelegen op enkele dagen zeilen van Schotland. De Faroerese benaming voor de eilanden, Føroyar, betekent leterlijk vertaald de Schapen eilanden. Het meest westelijk gelegen eiland Mykines heeft een hele grote vogelpopulatie. Toch is dit voor de meeste wetenschappers geen afdoende bewijs dat St Brendan daadwerkelijk op de eilanden is geweest. Recent archeologisch onderzoek heeft echter enkele grafstenen opgeleverd met daarop enkele zeer vroege Keltische kruizen. Dus zelfs als St Brendan niet zelf voet aan wal heeft gezet, is het zeer aannemelijk dat het wel Ierse monniken waren die als eerste mensen de Faroer eilanden bezochten. Wat wel vast staat is de komst van de Noormannen in de 9e eeuw. Deze mensen waren niet datgene wat de meeste mensen verstaan onder de noormannen of vikingen. In tegenstelling tot hun plunderende broeders, die vanaf de 9e eeuw een groot deel van de Europese kust in hun greep hielden, waren de vikingen op de Faroer eilanden overwegend boeren die op zoek waren naar nieuw land, danwel het Scandinavische vasteland moesten ontvluchten vanwege religieuze overtuigingen.
In korte tijd hadden de vikingen een parlement opgezet, de Ting genaamd, vergelijkbaar met de Alting in IJsland. Volgens de overlevering was het rond het jaar 1000 dat de Noorse Sigmundur Brestisson de bevolking van de Faroer wilde bekeren tot het Christendom. Het grote verzet van de lokale bevolking leidde tot een bloedige periode in de geschiedenis van de eilanden. Rond 1035 ging de Ting akkoord met de nieuwe Noorse wetten en de eilanden vielen sinds dat jaar onder Noors bestuur. Hierdoor werden de eilanden en haar bewoners steeds meer afhankelijk van Noorwegen. Toen rond 1300 werd begonnen met de bouw van een kathedraal in Kirkjubøur kwam de bevolking in opstand tegen de lokale bisschop. Het feit dat de kathedraal nooit is voltooid getuigd van het succes van deze opstand. In 1380 kwam een verbond tot stand tussen het Noorse en het Deense koningshuis en vielen de faroer eilanden onder de Deense wet. De invloed van de Ting was vanaf dat moment nihil. De eerstvolgende grote verandering in de Faroerese geschiedenis vindt plaats in 1535. Wanneer Denemarken het Lutheraans Protestantisme als nieuwe religie aanneemt, heeft dit een groot negatief effect op de eilanden. In de eeuwen hierna vallen de eilanden grotendeels onder het bestuur van enkele Duitse en Deense handelsfamilies. In deze tijd zijn de eilanden vaak het slachtoffer van, met name Franse, piraten. Om weer enige controle te krijgen op de situatie op de Faroer kwamen de eilanden terug onder Deens koninklijk bestuur.
Tot en met de tweede wereldoorlog vallen de eilanden onder Deens bestuur. Met het eind van de oorlog gingen er steeds meer stemmen op voor onafhankelijkheid van de Faroer. Daarop is er in 1946 een referendum gehouden, waarin de lokale bevolking met een grote meerderheid stemde voor autonomiteit.
Het duurde echter nog tot 1948 voordat dit ook daadwerkelijk gebeurde. Dat was even in vogelvlucht de geschiedenis van de Faroer eilanden.

Maar voordat we van al het moois wat de Faroer te bieden heeft, konden genieten moesten we er natuurlijk wel eerst nog even naartoe. In tegenstelling tot onze reis naar IJsland zijn we deze keer niet met het vliegtuig gegaan maar met de eigen auto. Vanuit Nederland is dat goed te doen. Onze eerste dag zijn wij vroeg in de morgen vertrokken voor de lange autorit naar het Deense Esbjerg van waaruit we de volgende dag onze reis per boot zouden vervolgen. Omdat we ruim op tijd in Esbjerg waren en onze boot ook nog eens 6 uur later dan gepland zou vertrekken hadden we de tijd om ook deze stad te verkennen.
Esbjerg is een echte industriestad die voor een groot deel leeft van de visvangst. Ontstaan aan het einde van de 19e eeuw, maar heeft zijn grootste groei doorgemaakt na de Tweede Wereldoorlog. Al wandelend door de stad kwamen we langs wat leek op een mooi aangelegd park. Toen we het park betraden, bleek echter al snel dat het ging om een voormalig kerkhof uit de 19e en het begin van de 20e eeuw. Toen het zijn functie als begraafplaats verloor, is het omgetoverd tot stadspark waarbij een aantal van de oude en monumentale grafzerken, van voornamelijk familiegraven, werd gehandhaafd. Opvallend was dat er nog tot in 1997 bijzettingen hebben plaatsgevonden.

Afb. 1

Begraafplaats annex stadspark in Esbjerg

De volgende dag konden we tegen de avond aan boord van ons eigen “cruiseschip”. De veerboot, want dat is het eigenlijk, was zeer luxe met eigen fitnessruimte, zwembad, sauna, discotheek, loungebar, restaurants en bioscoop. En voor de komende twee dagen ons thuis .

De zee was op de heenreis behoorlijk ruig en de flinke oceaandeining maakte dat je soms bijna uit je stapelbed rolde. Een goede 36 uur later en 1600 kilometer verder doemde rond zeven uur in de ochtend de eerste kliffen van het eilandje Nólsoy uit de mist op.
Rond half acht kwamen we aan in de haven van Tórshavn.
Het uitschepen ging voorspoedig en al na een half uurtje liepen we voor een korte verkenningstocht door Tórshavn, met ruim 12.000 inwoners de grootste stad van de eilanden. Aan het eind van de ochtend hebben we onze reis naar ons eerste onderkomen in Klaksvík hervat. Onderweg vele mooie fjorden en watervallen gezien. Uiteraard waren we nieuwsgierig of er op deze eilanden, net als op IJsland, ook gestapelde stenen torentjes te vinden waren. Helaas geen enkele gezien op deze rit. Klaksvík ligt op het eiland Borđoy, via een 6,3 kilometer lange tunnel verbonden met het op een na grootste eiland Eysturoy. In Nederland weten we wat het is om tunnels te bouwen, maar op de Faroer kunnen ze er ook wat van. De zojuist genoemde tunnel tussen de twee eilanden loopt namelijk onder de bodem van het Leirvíksfjordur door op een diepte van wel 175 meter. En op het diepste punt heb je gewoon gsm-bereik. Op een van de vele doortochten kreeg ik namelijk telefoon van Marco die vertelde over een zojuist gedane vondst.
Die dag hebben we de eilanden Viđoy, Kunoy en een groot deel van Borđoy bekeken. Vele mooie plaatsjes en gehuchtjes gezien. Gehuchtjes ja, want een cluster van 5 huizen wordt hier al een dorp genoemd.
De volgende dag hebben we de rest van Borđoy en een deel van Eysturoy verkend. Ook hier weer vele schitterende uitzichten. We besluiten om de volgende dag met de boot naar Kalsoy te gaan. Kalsoy is een langgerekt eiland van bijna 20 kilometer lengte en bestaat eigenlijk uit slechts één bergrug waarvan de hoogste top op 788 meter ligt. De vier dorpen op het eiland zijn allen door middel van in de berg uitgehouwen tunnels met elkaar verbonden. Zelfs voor het meest noordelijke dorp, Trøllanes, is een twee kilometer lange tunnel aangelegd zodat de daar wonende drie gezinnen met de rest van het eiland verbonden zijn. Op de eilanden wordt de afgelopen jaren behoorlijk wat archeologisch onderzoek uitgevoerd naar het vikingverleden van de Faroer. In onze vakantievoorpret hebben we een poging gedaan zoveel mogelijk opgravingen op te sporen met de bedoeling er een kijkje te kunnen gaan nemen. Hoewel we er tot nu toe nog geen hebben gezien, kwamen we bij het dorpje Mikladalur (het grootste dorp van het eiland) wel een huisje tegen dat er waarschijnlijk hetzelfde uitziet als een huisje wat 800 jaar geleden gebouwd zou kunnen zijn. Alleen het kippengaas op het met graszoden bedekte dak bewees dat het om een redelijk “modern” bouwsel moest gaan.

 Afb. 2

Mikladalur heeft wel een legende die ik de lezer niet wil onthouden.
Op de “twaalfde nacht” kwamen de zeehonden uit zee, legden hun zeehondenhuid af en werden echte mensen die aan de kust dansten. Maar voordat de zon weer op zou komen, moesten zij hun zeehondenhuid weer aantrekken om terug te kunnen keren naar de zee.
Echter op een nacht heeft een boer uit Mikladalur de huid gestolen van een prachtige jonge zeehondenvrouw en zij was niet in staat om met haar man en kinderen naar zee terug te keren. Met haar nieuwe man, de boer, leefde zij jaren in Mikladalur en ze kreeg kinderen van hem. De boer had voor alle zekerheid de zeehondenhuid samen met andere dingen die hem dierbaar waren in een kist gedaan, stevig op slot en de sleutel droeg hij aan een ketting om zijn nek.
Maar op een dag, toen hij van huis was, vergat hij zijn ketting met sleutel en toen hij weer kwam, was zijn vrouw verdwenen.Het vuur was uit en alle messen in huis waren verdwenen. De nacht voor de traditionele zeehondenjacht verscheen de ‘zeehondenvrouw’ in zijn droom en vroeg hem de verdediger van de zeehondenklif niet te doden, want dat was haar zeehondenman en de kleine zeehonden waren haar kinderen. De boer luisterde niet naar haar verzoek en haar wraak was vreselijk. Toen dezelfde avond het jachtfeest werd gevierd vielen er zoveel mensen van de vogelklif, dat zij hand in hand het hele eiland Kalsoy konden omspannen.
In de middag een helicoptervlucht gemaakt over de eilanden Svínoy en Fugloy. Bij de landing in Kirkja op Fugloy even snel iets gezien wat wel op een archeologische opgraving leek, maar helaas waren we er met de helicopter overheen gevlogen voordat ik goed en wel mijn camera kon pakken.

Op de vierde dag van onze vakantie hebben we een bezoek gebracht aan het Nationaal Historisch Museum van de Faroer eilanden. In het museum liggen de meeste van de tijdens archeologisch onderzoek aangetroffen archeologische vondsten tentoongesteld. Opvallend was dat een van de weinige munten die op de eilanden zijn aangetroffen een 17e eeuwse koperen duit van de provincie Overijssel betreft.

Op de eilanden is slechts eenmaal een muntschat gevonden.
In het jaar 1863 trof de enige politie agent van het eiland, Mads Andreas Winther, bij een pas gegraven graf op het kerkhof van Sandur op het eiland Sandoy een klompje met munten aan. Na reiniging bleek het klompje maar liefst 98 zilveren munten te bevatten die rond het jaar 1100 onder de funderingsstenen van een huis moesten zijn begraven. De munten waren afkomstig uit verschillende landen in Europa. Zo bevatte de vondst zilver uit Ierland, Engeland, Denemarken en Nederland. Volgens de begeleidende tekst waren de munten afkomstig uit het Friese Dokkum, gelegen in het huidige Duitsland!
In het museum nog enkele Faroerese archeologische publicaties gekocht. Eén ervan ging over de vondst van een aantal vikingboerderijen in het plaatsje Leirvík. Hoewel we er de afgelopen vier dagen wel 10 keer doorheen gereden waren was ons een opgraving nog niet opgevallen. Volgens het boekje waren de resten te vinden in Toftanes in Lervík. Alleen dat Toftanes kwam op geen enkele kaart voor. Uiteindelijk bleek dat het plaatsje Leirvík, met maar liefst 877 inwoners, was verdeeld in drie “stadsdelen”, waarvan Toftanes de meest westelijk gelegen wijk betrof. Met behulp van de in het boekje aanwezige luchtfoto konden we de opgraving lokaliseren. Twee van de vijf opgegraven
woningen met bijgebouwen waren gereconstrueerd door middel van ca. 1 meter hoge, met grasplaggen afgedekte muurtjes. Tijdens het tussen 1982 en 1987 uitgevoerde onderzoek zijn enkele duizenden artefacten verzameld. Hieronder ruim 700 aardewerkfragmenten en nog eens 600 stukken zeepsteen.

 Afb. 3

Deze zachte steensoort werd door de vikingen gebruikt voor het vervaardigen van allerhande vaatwerk. Door de zeer hoge vochtigheidsgraad van de bodem op de Faroer is er op de meeste sites ook een grote hoeveelheid organisch materiaal aangetroffen. Onder de vondsten uit Toftanes onder andere enkele houten kommen, kralen en een speelgoed bootje. Eén van de meeste bijzondere vondsten uit dit onderzoek betreft een samengesteld houten, Christelijk kruis. Op dezelfde locatie werd nog een deel van een tweede kruis aangetroffen. De vorm van dit slechts gedeeltelijk bewaard gebleven kruis vertoont sterke overeenkomsten met Ierse stenen grafkruizen uit dezelfde periode.
Dit is een duidelijk bewijs dat de 10e eeuwse bewoners van de boerderij in Leirvík het Christelijke geloof aanhingen.

 kruis0001

Inmiddels hebben we Eysturoy weer achter ons gelaten en zijn we gestart met het verkennen van het grootste eiland van de Faroer, Streymoy.

Afb. 5

De stenen kerk uit 1858, eenzaam uitkijkend over de baai

Hier vonden we, wat ik toch wel het mooiste plekje van de Faroer zou willen noemen.
De weg naar het dorpje Saksun loopt door de Saksunardalur vallei. Een voor Faroerese begrippen brede vallei met een relatief brede beek. Op de vlakke delen van de vallei waren op verschillende plekken de resten zichtbaar van veenwinning uit een ver verleden. De in het veen uitgegraven ontwateringsgeulen zijn nog duidelijk zichtbaar.
De vallei loopt uit in een schitterend gelegen verzande baai, omsloten door hoge kliffen.
De kleine stenen kerk uit 1858 staat aan de rand van de vallei en kijkt uit op de baai.
Onderweg naar het plaatsje Tjørnuvík ontdekte we dat men ook op de Faroer eilanden stenen torentjes bouwt. Langs de weg tussen Langassandur en Haldarsvík troffen we een terrein aan waar zeker enkele honderden cairns (zie nieuwsbrief maart 2008) waren gebouwd. Wat de reden is geweest om al deze torentjes juist hier te bouwen is niet duidelijk.

Vanaf het strand in Tjørnuvík hadden we een mooi uitzicht op een, vlakbij het plaatsje Eiđi, in het water staande rotspartij. Volgens een lokale saga gaat het om de IJslandse reus Risin en zijn vrouw, de trol Kellingin, die bij een bezoek aan de Faroer zo verliefd werden op de eilanden dat ze besloten de eilandengroep mee terug naar IJsland te slepen. Het stel kreeg echter zoveel ruzie over wat de beste manier was om dit te doen dat ze bij het opkomen van de zon in steen veranderden.

Afb. 6

De IJslandse reus Risin met zijn vrouw, de trol Kellingin

Tjørnuvík bleek ook de locatie te zijn van een grafveld uit de vikingperiode. Benieuwd naar wat er te zien zou zijn besloten we een kijkje te gaan nemen. Aangekomen op de locatie bleek er niet meer te zien dan een netjes ommuurd driehoekig perceel met zeer kort geknipt gras en daartussen enkele steenbrokken. Vermoedelijk de locaties van enkele van de aangetroffen graven. Tussen 1956 en 1959 zijn totaal 12 vikinggraven gelokaliseerd en opgegraven. Op één na, lagen alle individuen op hun rug begraven. Door de zeer slechte conserveringsomstandigheden, de skeletten lagen in duinzand, kon slechts van 1 individu het geslacht worden bepaald. Het ging om een volwassen vrouw van slechts 150 centimeter lang. Verder werden nog vier volwassenen, twee baby’s en één kind van ongeveer 15 jaar opgegraven. Van de andere vier skeletten was te weinig over gebleven. Een van de skeletten zou zijn begraven in een wollen hemd. Er zijn maar weinig grafgiften bij de lichamen aangetroffen. Een fragment van een mes, een bronzen gesp, een ijzeren scheepsnagel en een 15 centimeter lange haarnaald of kledingnaald met een versierde ring op de kop. Dergelijke naalden zijn typerend voor de Noorse kuststreek en dateren uit de late 10e en vroege 11e eeuw.

De vakantie is alweer voor de helft voorbij en vandaag verhuizen we naar onze tweede accommodatie. In de volgende nieuwsbrief volgt het tweede deel van 62 graden noorderbreedte.

Gepubliceerd in de nieuwsbrief Archeologie en Monumenten nr. 46 van december 2009 van de Stichting In den Scherminckel te Bergen op Zoom